Je bent wat je eet
Je bent wat je eet
Vlak voor de zomervakantie is in Amsterdam-West, waar ik woon, een groot opgezette avondvierdaagse. Alle kinderen uit West hebben de mogelijkheid om samen met hun school een wandeltocht door de stad heen te maken.
Ieder jaar raak ik gefascineerd door de tussenstops die bij de wandeling worden gemaakt. Iedere school heeft op de route zijn eigen plekje waar versnaperingen worden aangeboden. En het verschil tussen de scholen is enorm De ene school laat zich vooropstaan als biologisch-suikervrij-healthy school, waar de wortels en stukjes komkommer als de perfecte snack worden gepresenteerd. De ander doet het met een plak cake en een beker limonade. Je bent school zoals je eet tenslotte.
Eten is in onze cultuur steeds belangrijker geworden. De waarde die mensen hechten aan eten heeft soms bijna een religieuze lading gekregen. Niet zo gek ook; veel van wat we eten beschrijven we ook met religieuze woorden. Eten is hemels, zalig of goddelijk.
Vorig jaar zomer opende de Volkskrant met het artikel: “Voeding is religie geworden – inclusief profeten, duivels en heilige boeken”. Er is maar weinig dat ons allemaal zoveel bezig houdt. Onze omgang met voeding heeft veel weg van een religie, met eigen eetregels (dogma’s) en een systeem voor het maken van je eigen aflaat waardoor je jezelf weer beter kunt voelen (vasten).
De schrijvers van het artikel uit de Volkskrant hebben het over ‘de heilige boeken’ (De Voedselzandloper, Broodbuik, Melk de witte sloper), de profeten (Rens Kroes, Kris Verburgh, The Green Happiness), de duivel (suiker, E-nummers, brood), de zonde (toch een pak koek opgegeten), predestinatie (zijn we voorbestemd tot het eten van graan?) en zelfs godsdienstwaanzin (orthorexia nervosa, zo gezond eten dat je er ziek van wordt): voor veel voedingswetenschappers is de parallel duidelijk: voeding heeft steeds meer weg van religie.
De schrijvers van het artikel menen dat we tocht wel een beetje doorgeslagen zijn in onze opvattingen over wat wel en niet goed voor ons is. Keurig onderbouwt door een voedselwetenschapper uit Wageningen.
En toch…. Het idee dat je door de juiste voeding beter in balans komt prikkelt me. Het raakt aan mijn diepe verlangen om fysiek fit en mentaal scherp te zijn. Goed functioneren, constant presteren. Lekker in je vel zitten. En eten is daarop – naast slapen – direct van invloed. En toch worden de meeste mensen van een stevig dieet niet vrolijker.
Op grotere schaal is er trouwens wel steeds meer ontwikkeling te zien in Nederland over de betekenis van eten. Waar we in de jaren 60 in Nederland alleen nog konden kiezen uit de Italiaanse en Chinese keuken is er inmiddels een enorm aanbod gekomen. Echt nieuw is de opkomst van foodfestivals in de laatst jaren. In Haarlem worden evenementen georganiseerd als ‘eten op rolletjes’ en het ‘culy food festival’. En wie nog wat verder doorzoekt ontdekt de opkomst in veel steden van lokale foodcoöps. Mensen die met elkaar hun kaas, melk, brood en andere boodschappen kopen bij lokale biologische ondernemers. Uit een verlangen voor duurzaamheid en eerlijke prijzen en een gezonde biologische hap.
Maar waar komt die nieuwe interesse vandaan? Kenners geven aan dat het wellicht te maken heeft met de expansiedrang na de tweede wereldoorlog. Na 1945 ging alle aandacht naar het efficiënt en goedkoop produceren van voedsel. Productie werd belangrijker dan dierenwelzijn en een eerlijke prijs voor de boer, impact op het milieu en een goede smaak. Allerlei zaken waar we ons nu wel zorgen over maken.
Naast dat er een enorme beschikbaarheid van voedsel ontstond is ook het aantal opvattingen over eten enorm toegenomen. We leren niet meer alleen van mama over ons eten maar er is een waar leger aan ‘eetprofeten en foodgoeroes’ opgestaan. Chef-koks, en voedseldeskundigen staan allemaal klaar om ons te vertellen wat goed voor je is. En de vraag is: waar begin je? Naar wie luister je? Wie volg je?
Eten is religie. Het idee dat wat door de mond gaat ook de ziel raakt is wat dat betreft ook niet nieuw. Zeker niet in het christelijk geloof. De bijbel staat vol met verhalen waarin tussen eten en de staat van de ziel een verband wordt gelegd.
Eén van de bekendere verhalen hierover komt uit het Bijbelboek Exodus. Het volk van Israël is bevrijd van de farao, hun Egyptische overheerser die het volk 400 jaar als slaven heeft behandeld. Na een spectaculaire bevrijding gaat het volk op weg naar een nieuw land. Als de Israëlieten uit Egypte bevrijd zijn zwerven ze lange tijd door de woestijn. Maar na een tijd gaan ze klagen: ze hebben honger. Daarom laat God een soort brood uit de hemel regenen, manna. Het manna zag er uit als grote zaadkorrels . Het was wit en smaakte net als honingkoek.
Manna, eten in de woestijn bepaalde het volk iedere dag bij het feit dat zij afhankelijk waren van wat ze kregen van God. Het verhaal uit Exodus verteld ons dat iedere ochtend wanneer de tenten open gedaan werden er een dun laagje manna als dauw op de grond verscheen. Iedere dag lag het klaar. Daar hoefden zij niets voor te doen. Nou ja niets. Zelf pakken. Zoveel als je nodig had. Ieder voor zich. Je kon het alleen niet pakken voor je buren of vrienden. Wie wilde bewaren tot de volgende dag ontdekte dat er alleen maden en schimmel in de pot achterbleven.
Ook Jezus refereert aan het verhaal van het manna in de woestijn. De mensen rondom Jezus willen een wonderteken van hem zien. ‘Het liefst zo ééntje als in de woestijn zoals hun voorouders ook kregen van God’. Brood uit de hemel.
Is dat wat je echt wilt? Vraagt Jezus aan zijn omstanders. Vergis je niet. ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zegt Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.
De Jezus schetst een beeld dat we voor verzadiging van onze spirituele en emotionele verlangens alleen bij hem terecht kunnen. Als theoloog gaan mijn gedachten dan ook meteen uit naar Jezus die brood uitdeelt (bekende schilderij van da Vinci. Jezus, die zichzelf vergelijkt met het brood, deelt als het ware zichzelf uit. Voor iedereen is er een stukje. Energie om van te leven. Kracht om door te gaan. Of zoals Paulus zegt: Jezus is gebroken voor ons allen.
‘Ik ben het brood dat leven geeft’. Zelf denk ik dat de parallel die Jezus trekt naar het manna uit de woestijn verder gaat. Het brood dat iedere dag in de woestijn klaar lag hield een volk in leven. Maar het verhaal leert dat iedereen voor zichzelf het iedere ochtend moest oprapen. Je kon niet een ander het voor jou laten doen. Zo is het met geloof ook. We kunnen niet geloof geven aan een ander. We kunnen zelf niet spiritueel gevoed worden als we niet zelf elke dag op pad gaan om het brood te rapen.
Mark Schippers – pionier Hart voor Velserbroek
- Je bent wat je eet, NRC.NL
- Eten is de nieuwe religie, Radarplus
- Standup Theology, Tim Vreugdenhil
- The green Happinez, Arjan Lubach (video)
- Voeding is religie geworden, Volkskrant