Grip

‘Hoe meer grip hoe meer mens. Je zou het zomaar kunnen denken.’ Een stelling die ondernemer Tim Vreugdenhil in zijn nieuwste boek poneert. We zijn als mensen altijd op zoek naar controle over ons leven. Misschien is het ook iets heel menselijks. Maar wat gebeurd er met je als je jouw grip los laat? Of als je geen grip meer hebt op alles wat er om je heen gebeurd. Raak je in paniek? Of kun je gemakkelijk omgaan met onvoorziene omstandigheden?

In een wereld die continu verandert is het verlangen naar het hebben van grip steeds groter geworden. Grip geeft vastigheid. Vertrouwen. Maar voor ons gevoel raken we juist dat steeds meer kwijt. Persoonlijk voel ik de grip weg schieten als ik nadenk wat er op het wereldtoneel allemaal gebeurd. Een land als de VS dat zich terugtrekt uit milieu akkoorden en de toegenomen dreigingen uit Rusland laten ook een gevoel achter dat we de grip verliezen.

Niet lang geleden maakte Jan Terlouw een inmiddels beroemd geworden ‘touwtje uit de voordeur’ speech bij het tv programma ‘de wereld draait door’. We zijn het vertrouwen in elkaar kwijt bepleite Terlouw…. Terlouw raakte hiermee een snaar die in heel Nederland gevoeld werd. Het verdwenen touwtje werd symbool voor het verliezen van grip.

Het is volgens mij ook een mensending. Grip. En ook steeds meer van deze tijd. We analyseren er op los en zijn dol op staatjes en feiten. Hoe meer grip hoe fijner het leven.

Maar als we diep in onze ziel kijken zien we dat we maar op weinig echt grip hebben. Gevoelens van boosheid, vreugde en verdriet kunnen je hart in een achtbaan brengen. En echt grip heb je er zeker niet op. En grip op relaties evenmin. De Amerikaans-Engelse spreker Simon Sinek benoemt in zijn ‘millenial toespraak’ op youtube die inmiddels meer dan 50 miljoen keer bekeken is dat de nieuwe generatie millenials juist moeit heeft met het vormen van diepe betekenisvolle vriendschappen. We leren het niet meer. En juist daardoor verliezen we de grip hier op.

Grip voelt als iets dat we het meeste kwijt zijn. Maar is het echt zo? Of is het een modegrill. En is er ooit een moment waarop we echt helemaal de grip hebben over ons eigen leven? Blijft het een strijd tussen het hoofd en het hart.

Grip willen hebben op de situatie lijkt mij in ieder geval iets van alle tijden. Hier bij Hart voor Velserbroek willen we ons graag laten inspireren door de bekende en minder bekende verhalen uit de bijbel. En toen ik na dacht over het hebben van grip moest ik direct terug denken aan het verhaal van Jefta. Een oude vertelling van rond 1200 voor Christus.

Het is de tijd dat de bijbel noemt waarin de rechters meerdere malen de Israëlieten terug naar God moeten brengen. Een tijd die het beste gekenmerkt kan worden met de laatste woorden uit het Bijbelboek: Een ieder deed wat recht was in zijn ogen (Richt.21:25)

Als het verhaal begint zitten de Israëlieten in grote nood. Het volk wordt aangevallen van verschillende kanten door verschillende volken. Filestijnen, Amonieten, allemaal hebben ze het gemunt op het land en het volk van Israël.

Maar het verhaal verteld dat het niet zonder rede is dat de Israëlieten worden aangevallen.  Het is een straf van God. God straft hen voor hun ongehoorzaamheid. In het hoofdstuk hiervoor wordt beschreven dat het volk erg geïnteresseerd was in de goden van de omliggende volken. Zelf namen ze het niet zo nauw meer met de God van hun voorouders. Nee, ze konden zelf wel hun goden samen stellen. Syncretisme wordt dit wel genoemd. Het vormen van je eigen god door van alles wat mee te nemen.

Het lijkt erop dat ze van alle godsdiensten wel wat kunnen gebruiken. En hun eigen God, de Schepper van hemel en aarde, vergeten ze.

Maar als ze van alle kanten bedreigd worden gaan ze weer naar God toe. Je weet wat men zegt: in tijd van nood leert men bidden. Ze doen schuldbelijdenis. “Wij hebben tegen U gezondigd, HERE.” Maar dan schrikken ze van de reactie van God. Hij laat niet met zich spotten. Het is elke keer weer hetzelfde liedje. Zonde, straf, schuldbelijdenis, verlossing. Maar daarna gaan ze weer vrolijk verder met hun afgoderij. “Ga nu ook maar naar die andere goden toe. Vraag hen maar of zij jullie willen bevrijden.” Dat is de reactie van de HERE.

Dan beseffen ze dat het menens is. Ze houden grote schoonmaak. Alle afgodsbeelden, alles wat met die vreemde goden te maken heeft wordt verwijderd. De Israëlieten doen nog een keer schuldbelijdenis. Nu komt het echt uit het diepst van hun hart. Ze gaan diep door de knieën. En de HERE luistert. Hij kan de ellende van Israël niet langer aanzien. De enige vraag is nu: wie zal leiding geven aan het volk? Wie zal optreden als de sterke man?

De leiders van het land komen bij Jefta. Maar een gemakkelijke ontmoeting is het zeker niet. Jefta heeft veel meegemaakt in zijn leven. Jefta is een man die beschadigd is door het leven.

De levensgeschiedenis waarover wordt geschreven verteld dat Jefta de zoon is van een prostituee. Hij woonde bij zijn vader, maar werd toch echt gezien als bastaard van de familie. En op het moment de rest van het gezin de kans krijgt, weten ze hem de familie uit te jagen. Er is niemand die voor hem op komt. Zelfs zijn eigen vader niet.

  • Hij hoort er niet bij door het gezin waarin hij is geboren
  • Hij hoort er niet bij door omdat hij is verstoten door de mensen die hem eigenlijk lief zouden moeten hebben.
  • Hij hoort er niet bij omdat hij ook financieel is afgesneden van de erfrechten van zijn vader waar hij aanspraak op maakte.
  • Hij kan niet meer terugvallen op wat voor hem bekend is. Hij is gevlucht.


Lieve mensen, ik zie veel Jefta’s om mij heen. Volgens mij is Velserbroek ook juist een plek waar deze mensen komen. Mensen die een nieuwe start proberen te maken. Ontworteld. Misschien is dat het beste waarmee ik het kan omschrijven. Mensen die er niet bij horen. En begrijp me goed. Dat is iets wat dwars door alle lagen van de samenleving heen gaat. Er niet bij horen gaat zoveel dieper en speelt in zoveel mensenlevens. Geen plek waar je gezien wordt. Geen plek waar je op terug kan en mag vallen. Mensen die geen grip meer hebben op hun leven en het vertrouwde symbool van het touwtje niet meer zien.

Ik zie mensen die beschadigd zijn door het leven. Het is lang niet geworden wat ze zich er ooit van hadden voorgesteld.

Maar de leiders van het volk komen niet zomaar bij Jefta. Jefta is gevormd door de tegenslag die hij  heeft meegemaakt. Hij is een vechter geworden. Het verhaal verteld dat hij leider van een bende is geworden. Hij is het die weet hoe hij moet vechten en strijden. Dit is vindt ik de schoonheid van het verhaal. Mensen die marginaal zijn geworden in het leven gebruikt wil God nog steeds gebruiken tot zijn eer. Hij kan mensen gebruiken door hun pijn en verdriet heen om een nieuw begin te maken. God hersteld Jefta in zijn eer. God gebruikt de pijn die hem heeft gevormd als leider en aanvoerder. Hij mag leider worden over een heel volk.  Er vind verzoening en erkenning plaats van wat hem is aangedaan.

 

God gaat met Jefta mee. In vers 29 wordt zelfs verteld de Geest van God in Jefta zelf komt. Hij krijgt de kracht om anderen te inspireren en met hem de strijd aan te gaan tegen de Ammonieten. Kun je het je voorstellen? Jefta die van dorp naar dorp gaat om mannen te motiveren. Een soort van breavehart; Freedom!

God gaat met Jefta mee. Hij geeft hem de kracht. De overwinning ligt voor hem klaar.

Maar dan gebeurd het. Voordat de strijd begint maakt Jefta nog één afspraak met God. ‘Als u mij de overwinning geeft, dan zal ik het eerste offeren dat naar mij toe komt lopen als ik terug kom van de strijd’.

En hier gaat het mis in het verhaal. Het ego van de Jefta gaat met hem op de loop. Jefta schiet door in religiositeit – De Geest was al bij hem, en toch gaat hij voorwaarden verbinden aan zijn overwinning. Hier neemt het verhaal een gruwelijke wending.

Laat ik duidelijk zijn. Ik kan niets terug vinden in het verhaal dat er op wijst dat Jefta niet zou winnen van de Ammonieten zonder deze belofte te doen.

Jefta gaat ten strijde. Glorieus wint hij. Eer, en lof komen Jefta toe. En blij met de uitkomst denkt hij misschien al vooruit hoe hij verwelkomt zal worden in zijn stad als grote held. Maar als hij in de verte al de muziek hoort, krijgt hij de schrik van zijn leven. Vanuit de stad komt als eerste zijn enige kind, zijn enige dochter naar hem toegelopen.

Gruwelijk. Jefta heeft een vreselijke belofte gedaan. Het eerste dat naar hem toe zou komen zou hij offeren. Blijdschap slaat om in intens verdriet.
Het verhaal verteld dat de dochter van Jefta akkoord gaat met de belofte van haar vader. Wel gaat ze eerst nog twee maanden de bergen in om te rouwen met haar vriendinnen. Verschrikkelijk

Ik geloof niet dat God dit offer van Jefta vroeg. God had hem sowieso de overwinning in de strijd wel gegeven. Jefta gaat ten onder aan zijn eigen regels.

Het verhaal van Jefta laat ons een diep geworteld probleem zien in ons hart. Het zit zo diep in ons dat we proberen om God op allerlei manieren te manipuleren zodat Hij iets voor ons zou doen. We willen grip hebben op God. Het is de oorsprong van alle religies.

Door regels te maken en die aan anderen op te leggen, moet God wel naar ons luisteren. En als we zelf die regels niet houden, dan weten we in ieder geval waarom God niets met ons te maken wil hebben.

En in religieus opzicht nemen we elkaar graag de maat. We weten wel wat de ander zou moeten doen om de hemel te verdienen.

We proberen de hemel te verdienen door ons aan de regels te houden. Maar we vinden het zo moeilijk om te leven uit Genade. Leven uit de wetenschap dat de overwinning al behaald is.

Stopt het verhaal hiermee? Nee, het verhaal gaat verder. Zo’n 1200 jaar later verteld de bijbel dat de geschiedenis zich lijkt te herhalen. Opnieuw lezen we over een man die ontworteld is. Verlaten – arm – verstoten door zijn eigen volk.

En opnieuw moet zo’n man de strijd aan gaan voor de zonden van het volk.  Aan het kruis strijd Jezus voor onze zonden. Én hij heeft de overwinning al binnen. Hij verliest de ultieme grip op zijn leven om daarna in vrijheid op te staan.

Ik vond inspiratie voor dit verhaal bij:
Simon Sinek
Author, motivational speaker
Ad van Nieuwpoort
Predikant te Bloemendaal
Tim Vreugdenhil
Ondernemer, auteur, theoloog
Dirk de Wachter
Psychotherapeut, schrijver
Lied Bulletproof van de Zwitsers-Duitse band Boy